Week 5 Opdrachten
Opdracht 3:
Over het algemeen hanteert men voor de gotiek de volgende indeling naar periode, maar er zijn ook andere onderverdelingen (dit komt omdat het bouwen van een kerk lang duurt en er dus verschillende stijlen in een kerk kunnen zijn):
- Vroeggotiek: ca. 1140-1200
- Middengotiek of Hooggotiek en/of Rayonnante gotiek: 1200-1300
- Internationale gotiek: 1300-1450
- Flamboyante gotiek of Laatgotiek: 1300-1500
De periode van de Internationale en de Late Gotiek vallen gedeeltelijk samen, omdat de ene vooral in de schilder- en beeldhouwkunst wordt gebruikt, en de andere in de architectuur.
Verder kent men nog een aantal regionale varianten: Perpendicularstijl en Tudorstijl in Engeland, Mudéjar-stijl in Spanje, Manuellijnse stijl in Portugal, Zuidelijke gotiek in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië, Baksteengotiek in Noord-Duitsland en langs de Oostzeekunst, Rijnlandse gotiek in het westen van Duitsland en midden en oosten van Nederland, Scheldegotiek, Brabantse gotiek, Maasgotiek in de Zuidelijke Nederlanden en Romanogotiek in de Friese gewesten.