Ondernemerswetgeving

Hoofdstuk 7: Ondernemerswetgeving
1 Verklaar de term rechtspersoon.
Een rechtspersoon wordt in het leven geroepen om een instelling zelfstandig aan het rechtsverkeer en economisch leven te kunnen laten deelnemen. Als er een vermogen is, is dat afgescheiden van het vermogen van de bestuursleden of de onderaannemers. De rechtspersoon biedt als vorm verschillende voordelen: een daarvan is de gemakkelijke hanteerbaarheid in het economisch verkeer. Vooral zogenoemd risicodragend kapitaal is op deze manier gemakkelijker bijeen te krijgen en te besturen.
2 Wat is een stichting?
Een stichting is ook een rechtspersoon, maar een stichting is geen onderneming in de eigenlijke zin van het woord. Een stichting kan eveneens een natuurlijk persoon verbintenissen aangaan. Een stichting heeft bovendien een afgescheiden vermogen, maar ze wordt praktisch altijd in het leven geroepen voor een ideëel of liefdadig doel.
3 Wat is een onderneming?
Een onderneming is een bedrijf dat gedreven wordt o geldelijk voordeel, dus winst uit te halen.
4 Wat wordt verstaan onder een maatschap?
In de maatschappij is de maatschap een vorm van samenwerking van twee of meer personen (de zogenoemde maten) die overeenkomen iets in de gemeenschap te brengen met het doel de winst, die naar zij verwachten uit de samenwerking zal voortvloeien, onderling te delen.
5 Wat wordt verstaan onder een commanditaire vennootschap?
Een maatschap tot de uitoefening van een bedrijf, aangegaan tussen een of meerdere personen(de behorende vennoten) die zich met de leiding belasten en een of meer andere personen (de commanditaire of stille vennoten) die het kapitaal inbrengen.
6 Hoe is bij een vof de aansprakelijkheid geregeld?
Alle vennoten met hun gehele vermogen en al hun privébezittingen zijn mede aansprakelijk.
7 Hoe is bij een commanditaire vennootschap de aansprakelijkheid geregeld?
De privé bezittingen zijn niet aansprakelijk alleen de ingebrachte kapitaal.

8 Wat wordt er verstaan onder een naamloze vennootschap?
Een naamloze vennootschap wordt aangegaan om onder gemeenschappelijke naam te handelen met een in aandelen verdeeld kapitaal dat een afgescheiden vermogen vormt.
9 Waaruit bestaat het vermogen van een nv?
Aandelen.
10 Welke soorten aandelen kent een nv?
  • aandelen op naam
  • aandelen aan toonder
11 Wat is het verschil tussen een obligatie en een aandeel?
Een aandeelhouder is mede-eigenaar van de nv, terwijl obligatiehouder een lening heeft vertrekt aan de nv.
12 Wat verstaat men onder preferente aandelen?
Soms komt het voor dat aan bepaalde aandelen voorrechten zijn verbonden boven de gewone (concurrentiële). Zij heten dan preferente aandelen. Deze voorrechten kunnen liggen op het gebied van stemrecht, maar ook op dat van winstverdeling.


Opdrachten Hoofdstuk 7
Opdracht 2
Een bv is volgens de wet een rechtspersoon. Toch zijn er gevallen dat de directeur in zijn privévermogen aansprakelijk gesteld kan worden.
Geef hiervoor een verklaring.
Om misbruik van het structuur van een bv te voorkomen, zijn voor de afdracht van belasting en premies volksverzekeringen, de bestuurders aansprakelijk. Indien het bestuur kennelijk onbehoorlijk bestuur verweten kan worden, is verhaal mogelijk op het privévermogen van de bestuurders.
Opdracht 3
Leg uit in eigen woorden wat de gevolgen zijn van een surseance van betaling.
Indien men schulden heeft opgelopen en de perspectief is aanwezig om de schulden binnen een bepaalde termijn af te lossen, kan men een uistelling bij de rechtbank aanvragen.
De gevolgen kunnen zijn dat je niet meer over je eigen vermogen en boedel kan beschikken.
Opdracht 4
Welke soorten schulden ken men bij een faillissement?
Geef van ieder een korte omschrijving.
  • Boedelschulden: hieronder vallen de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van het faillissement. Ook de lonen van het personeel vallen hieronder . Deze schulden worden het eerst voldaan.
  • Preferente schulden: hieronder verstaan we de belastingschulden en schulden die door pand of hypotheek op een bepaald gedeelte van de boedel bevoorrecht zijn.
  • Concurrente schulden: dit zij alle overige schulden. De crediteuren verdelen gezamenlijk percentsgewijs de overige baten.