Controle tekeningen 1

Stap 1: Kies en gevel (uitgevoerd in metselwerk) uit. Bekijk hiertoe de tekeningen van het casusproject Castellum te Houten.
Voor deze casusopdracht hebben wij gekozen voor de gevel Seinstraat.
Stap 2: Zet de horizontale maatvoering van deze gevel om in koppenmaten.
In het algemeen geldt dat de afmetingen van muuropeningen en muurvlakken en daarop
aansluitende bouwdelen in metselwerk, zoals lateien, kolommen en kozijnen direct worden afgeleid van de steenafmetingen. De horizontale maatvoering wordt in principe gebaseerd op de koppenmaat van de gebruikte steen en de verticale maatvoering wordt gebaseerd op de lagenmaat van de steen. Het dus van belang om te weten wat de afmeting van de te metselen steen is. We gaan uit van een waalformaat: l.b.d.= 210 x 100 x 50 mm.
De koppenmaat
De koppenmaat (K) is de breedte van de steen + de dikte van de stootvoeg. Metselstenen worden in bepaalde verhoudingen gefabriceerd om ervoor te zorgen dat het metselwerkverband op logische en esthetische wijze kan worden gerealiseerd. Voor de meest gebruikte steenformaten is daarom de verhouding tussen lengte en breedte van de steen zodanig, dat éénmaal de steenlengte gelijk is aan tweemaal de steenbreedte plus de breedte van een stootvoeg (zie figuur 1).
03_33
figuur 1;voorbeeld uitzetten koppenmaat
Om te bepalen wat de gemiddelde koppenmaat is die als basis voor de maatvoering dient, legt men tien strekken tegen elkaar met daarop 20 koppen. Het verschil tussen de twee rijen is tien
stootvoegen.
De koppenmaat wordt verkregen door dit verschil op te tellen bij de maat van tien koppen en de uitkomst te delen door tien. In onze situatie krijgen we dan:
20 x kop = 20 x 100 = 2000 mm.
10 x strek = 10 x 210 = 2100 mm.
Koppenmaat = (10 x 100 + 100) : 10 = 110 mm.
Voegbreedte = 110 – 100 = 10 mm.