Architectuur Hoge School Utrecht Blok 1: Week 1 Opdrachten
Opdracht 2:
De grote vooruitgang in de Griekse bouwkunst kwam voort uit de periode tussen ca. 2500 tot 1200 v.Chr.
De aanvang heeft plaats gevonden bij de Minoische beschaving. Dit vond plaats op het eiland Kreta die de zuidgrens vormt van Egeïsche zee. De ontwikkeling is naar de vaste land overgewaaid vanwege de contacten vanuit Kreta met het vaste land. De door ontwikkeling vond plaats omstreeks 1600 v.Chr. Het werd de Myceense cultuur genoemd omdat centrum Mycene was. De Myceense bouwkunst vertoonde dan ook veel overeenkomsten met het Minoische.
De Minoische periode wordt onderscheiden in drie cultuur perioden:
- vroeg-Minoische cultuurperiode (ca. 2700-2000 v.Chr.)
- midden-Minoische cultuurperiode (ca. 2000-1570 v.Chr.)
- laat-Minoische cultuurperiode (ca. 1570-1150 v. Chr.)
De Myceense tijdperk kwam omstreeks 1200 v.Chr. tot een einde als gevold van het komst van de Helleense bevolkingsgroep de Doriers.
Kenmerken Minoische bouwkunst:
- Zware zuilen die naar onderen taps lopen.
- Bouwmateriaal, klaksteen en soms ongebakken kleisteen in een houten vakwerk.
- Deur en raam kozijnen in houtwerk uitgevoerd.
- Muurschilderingen op gips pleister als binnenafwerking.
Kenmerken Myceense bouwkunst:
- Zware zuilen (overgenomen van de Minoische bouwkunst.
- Metselwerk, rechthoekig of veel veelhoekig behakte stenen. Soms ook ruwe stenen die met behulp van leem op elkaar zijn gelegd en afgepleisterd aan de binnenzijde.
- Muurschildering ter verfraaiing van de binnenwanden allen in tegenstelling tot de Minoiers beelden ze meestal oorlogstaferelen uit.
Griekse orden:
- Dorische orde
- Ionische orde
- Corinthische orde
Dorische orde:
Ontstaan in de zesde eeuw v.Chr. op de Poloponnesus. Dorische orde wordt gekenmerkt door zware bouwvormen en kleine overspanningen. Dit kwam door de onzekerheid van de draagkracht van de draagconstructie. Vanaf de vijfde eeuw v.Chr. werd constructie lichter en werden de onderdelen slanker. De Dorische zuil doet sterk denken aan de zuilen van de Minoische bouwkunst.
- [1] fronton (gevelveld) -
- [2] acroterium -
- [3] sima of Cimaas (schuine kroonlijst) -
- [4] geison (horizontale gootlijst) -
[5] mutulus - [7] fries (met afwisselend [8] en [9]) - [8] triglief - [9] metope - [10] regula - [11] guttae - [12] taenia - [13] architraaf - [14] kapiteel (met [15] en [16]) - [15] abacus of impost - [16] echinus - [17] zuilschacht - [18] cannelure (schaduwgroeve) - [19] stylobaat
Tempel van Hephaistos
Ionische orde:
De meest opvallende kenmerken van de Ionische zuil zijn dat deze op een voetstuk staat en een versierd kapiteel bezit. Het voetstuk bestaat uit een combinatie van holle en bolle sierringen. Het kapiteel is aan de hoeken versierd met een dubbele volute onder een dunne dekplaat.
De zuilen dragen de architraaf, waarop meestal een fries loopt van doorlopend, halfverheven beeldhouwwerk. Omdat de Ionische zuil slanker was, en bijgevolg minder draagvermogen had, hebben de Griekse architecten soms het aantal zuilen verhoogd, ofwel het driehoekige gevelveld (fronton of timpaan) erboven weggelaten.
- [1] fronton (gevelveld) -
- [2] acroterium -
[3] sima of Cimaas (schuine kroonlijst) - [4] geison (horizontale gootlijst) - [7] fries (met doorlopend beeldhouwwerk) - [13] architraaf (optisch verdeeld in 3 dokoi of horizontale balken) - [14] kapiteel (met [20] en [21]) - [17] zuilschacht - [18] cannelure (met vlakke naad) - [19] stylobaat - [20] voluten - [21] cymatium of "eierlijst" - [23] zuilbasement (met [24]) – [24] torus (architectuur) (bolle sierring) of scotia (holle sierring
Voetstuk met basement
De Corintische orde:
De algemene lijn lijkt sterk op die van de Ionische orde, waarvan hij in feite slechts een voortzetting is. Kenmerkend voor de Corinthische orde is de versiering van de kapitelen, geïnspireerd door de bladeren van de Acanthus, met op de vier hoeken een gereduceerde volute uit de Ionische.
- [1] fronton (gevelveld) -
- [2] acroterium -
- [3] sima of Cimaas (schuine kroonlijst) -
- [4] geison (horizontale gootlijst) –
- [6] tandlijst -
- [7] fries (met doorlopend beeldhouwwerk) -
- [13] architraaf (optisch verdeeld in 3 dokoi of horizontale balken) -
- [14] kapiteel (met [20] en [22]) -
- [17] zuilschacht -
- [18] cannelure (met vlakke naad) -
- [19] stylobaat -
- [20] volute -
- [22] "mandje" (met gestileerde acanthusbladeren) –
- [23] zuilbasement (met [24]) –
[24] torus (bolle sierring) of scotia (holle sierring)
Detail Haven temple
Maison Carré in Nîmes
Opdracht 4:
Profane bouwkunst:
- Prytaneion, de zetel van de stadbestuur.
- Zuilengalerij de stoa, vormt verbinding met de agora (marktplein).
- Bouleuterion, vergaderzaal.
- Theaters (theatron)
Monumenten.
Het marktplein, de agora, was het centrum van het Griekse stadsleven. Aan de Griekse agora in Athene staat de Stoa van Atalos (150 vóór Chr.), een overdekte zuilengalerij met een bovenverdieping. De stoa werd gebruikt als marktplaats.
Het Griekse theater werd meestal tegen de helling van een berg gebouwd en is halfrond (in tegenstelling tot het Romeinse theater dat volledig rond is)
Het theater van Epidauros (300 vóór Chr.) is bekend om zijn uitstekende akoestiek. Er passen ongeveer 14.000 toeschouwers in.
In de steden in Klein-Azië, zoals Eféze, Milete en Pergamon, verrezen openbare gebouwen als paleizen, raadhuizen, bibliotheken en ook stoa's.
De woningen van de Grieken waren vrij bescheiden. Er was één verdieping rondom een binnenplaats, waar meestal een zuilengalerij omheen liep. De daken waren met pannen bedekt. De vloeren hadden een mozaïekpatroon en de binnenmuren waren geverfd. De meeste huizen hadden een badkamer.
Opdracht 5:
De belangrijkste (nog bestaande) gebouwen op Atheense acropolis zijn:
Het Erechtheion: begonnen in 421 en voltooid in 407 v.Chr.
Overzicht Acropolis.:
Zoals in bovenstaande opsomming van tempels is te zien dat Acropolis een verzameling van bijzondere gebouwen is. De Acropolis werd een nieuwe tempel complex. De samenstelling en de grootte van de tempels zoals bijvoorbeeld die van Perthenon is bedoeld om de publiek te imponeren en stond als symbool van de grootheid en macht van Athene.