Architectuur Hoge School Utrecht Blok 1: Week 2 Opdrachten

Architectuur Hoge School Utrecht Blok 1: Week 2 Opdrachten


Opdracht 2:
De verspreiding van de Romeinse architectuur vond plaats vanaf +/- 500 v.Chr. door de grote veroveringen die ze hebben gedaan. De gebruiken en de manier van bouwen werd geïntroduceerd in de nieuw bezette gebieden.
Op de kaart is te zien hoe verre de Romeinse rijk reikte.

Opdracht 3:
De bouwtypen van de Romeinen vereisten een meer gevarieerde en flexibele architectuur dan de Griekse architectuur. De Romeinse architectuur stelde de muurweer centraal, wat in de Oud-Griekse architectuur de zuil was. Ook legden ze zich toe op boogconstructies. Verder waren de Romeinse architecten meesters in het scheppen van binnenruimten, met name koepels, absiden en gewelven.
Voorbeelden tempel types:
Tempel van het godin van het haardvuur Vesta, Tivoli (Corintische stijl):


De tempels gewijd aan godin Vesta waren altijd rond.
De tempel van Fortuna (Ionische stijl):

De tempel Pantheon, gewijd aan de zeven “planeet goden’:




Afbeelding:Ac.pantheon1.jpg
Het ronde gebouw, met een zuilengang bestaande uit drie rijen Corinthische zuilen (8 in de eerste rij, 16 in totaal), bestaat uit een betonnen koepel, met een centrale opening (de oculus). Deze opening is ook echt open en het regent dus soms naar binnen. De vloer is licht gebogen om het regenwater af te voeren. De diameter van de koepel is gelijk aan de hoogte van de vloer tot aan de oculus: 43 meter. Hierdoor zou het inwendige van het gebouw perfect in een kubus met een ribben van 43 meter passen, of anders gesteld: men kan perfect een bol met een diameter van 43 meter in het gebouw plaatsen.
De grote koepel bleef tot 1434 de grootste betonnen koepel ter wereld, toen in Florence een grotere koepel werd gezet op de Santa Maria del Fiore, die een diameter van 45 meter heeft. Om die enorme koepel te maken hadden de Romeinen enkele trucs toegepast:
  • zo brachten ze bovenaan een oculus aan. Dit is een ronde opening die ervoor zorgt dat de koepel soepel bleef en zo gewapend was tegen aardbevingen;
  • de Romeinen beperkten het gewicht van de koepel, door cassettes (insparingen) in de koepel te voorzien, door naar boven toe de koepel dunner te maken en tevens een lichter, minder sterk beton te kiezen.