De arbeidsfunctie van de bouwplaats

De arbeidsfunctie van de bouwplaats



Inleiding:

De kwaliteit van de arbeidsomstandigheden op de bouwplaats heeft bedrijfseconomische, wettelijke en sociaal maatschappelijke aspecten. De factor arbeid is bedrijfseconomisch gezien een belangrijke factor voor wat betreft de productiviteit en de arbeidskosten. Bij goede arbeidsomstandigheden worden tenslotte beter prestaties geleverd wat meer productie als gevolg heeft. Volgens de arbeidsomstandighedenwet dienen verantwoordelijkheden te worden vastgelegd. Om het personeel op de bouwplaats te beschermen tegen risico’s moeten er maatregelen worden genomen. In het Arbobesluit is een organisatiestructuur aangegeven voor de manier waarop de veiligheid en gezondheid van de werknemers op de bouwplaats moet worden gewaarborgd. De opdrachtgever heeft de verplichting zorg te dragen voor een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V en G plan).





Bedrijfseconomische arbeidsomstandigheden:

De productiefactor arbeid wordt uit eigen personeel en via onderaannemers verkregen. In materiaal moet worden geïnvesteerd, indien het bouwbedrijf hier zelf niet over beschikt moet dit worden gehuurd bij derden. Materialen vormen een derde kostenfactor, waarbij door termijnbetalingen de investeringen laag blijven.

De verhouding tussen arbeid (hoofd- en onderaannemer), materieel en bouwmaterialen zijn afhankelijk van fluctuerende prijzen en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.


Wetgeving arbeidsomstandigheden:

Een aanzienlijk deel van de totale arbeidsongeschiktheid in Nederland wordt direct veroorzaakt door de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht. Slechte omstandigheden kunnen nadelige gevolgen hebben voor veiligheid, gezondheid en welzijn.
Door wet- en regelgeving schept de overheid een kader waarbinnen werkgever en werknemer
samen tot optimale omstandigheden kunnen komen waaronder de arbeid moet worden verricht en zodoende de kans op verzuim door ziekte en ongevallen te verkleinen.
De bouw neemt binnen de Arbo-wetgeving een bijzondere plaats in, hetgeen wordt veroorzaakt door de bijzondere omstandigheden waaronder wordt gewerkt, zoals wisselende weersomstandigheden, meerdere betrokken partijen met de bijbehorende belangenverstrengeling en het feit dat ieder bouwproject uniek is. Reden om binnen de totale Arbo-wetgeving specifieke eisen op te stellen voor de bouwsector. De bouwbegeleider komt op een aantal manieren in aanraking met de Arbowet en -regels: de omstandigheden waaronder de eigen werkzaamheden en de werkzaamheden van de uitvoerende partijen worden verricht dienen te worden getoetst en te voldoen aan de binnen de wet- en regelgeving gestelde voorschriften op dat gebied. Maar ook het gerealiseerde bouwwerk dient in de gebruiksfase aan bepaalde voorwaarden te voldoen opdat de gebruiker haar werkzaamheden verantwoord kan uitvoeren.


De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) is vanaf 1983 gefaseerd ingevoerd en pas in 1990 volledig van kracht geworden. In Januari 2004 is deze wet ingrijpend aangepast als gevolg van de Europese regelgeving. De wet dient als doel het optimaliseren van de arbeidsomstandigheden. Onder arbeidsomstandigheden wordt verstaan: veiligheid, gezondheid, ergonomie, arbeidsinhoud en het welzijn van de werknemers. De Arbowet is vrijwel van toepassing op alle werkgevers en werknemers in Nederland. Het betreft een kaderwet die wordt uitgewerkt in het Arbobesluit (zie bijlage 1, Arbobesluit ,-regeling en Arbobeleidsregels).

 


Veiliheids- en gezondheidsplan:

Het V en G-plan heeft als doel de veiligheid en gezondheid van alle werkgevers en werknemers die deel uitmaken van het werkproces tijdens de uitvoering hiervan te beschermen. Afdeling 2.5 van het Arbobesluit beschrijft de verplichtingen voor alle betrokken partijen die betrokken zijn bij het ontwerp en de uitvoering van bouwwerken.

Een Veiliheids- en gezondheidsplan moet worden gemaakt voor bouwwerken met:

-                    Een bouwtijd langer dan dertig werkdagen
-                    Een personeelsbezetting groter dan twintig man of met hoeveelheden arbeid groter dan 500 mandagen.


Veligheids en gezondheidsplan tijdens de ontwerpfase van het bouwwerk:

Reeds in de ontwerpfase van een bouwproject moet er door de opdrachtgever een V en G-plan worden opgesteld dat deel uitmaakt van het bestek. De opdrachtgever heeft een grote verantwoordelijkheid ten aanzien van arbeidsomstandigheden en kan die verantwoordelijkheid niet delegeren. Het Arbobesluit maakt een onderscheid tussen de professionele opdrachtgever en de opdrachtgever-consument. Bij een niet professionele opdrachtgever worden de verplichtingen automatisch overgedragen aan de ontwerpende partij. De ontwerpers hebben de verantwoordelijkheid een bouwwerk zodanig te ontwerpen dat tijdens de uitvoering de veiligheid en gezondheid van de werknemers is gewaarborgd.


Verplichtingen van de opdrachtgever cq. ontwerper:

De opdrachtgever of de ontwerpende partij hebben de volgende verplichtingen:

-                    V en G- coördinator aanstellen voor ontwerpfase
-                    V en G- plan ontwerp opstellen  volgens het Arbobesluit
-                    Maatregelen nemen die nodig zijn om V en G- coördinator in staat te stellen een V en G- plan te maken voor ontwerpfase, en daarop de nodige controle uitoefenen.
-                    Zorgen dat het V en G- plan ontwerp deel uitmaakt van het bestek
-                    Start uitvoering melden bij Arbeidsinspectie 



Taken  V en G- coördinator:

In de ontwerpfase heeft de coördinator drie taken:

-                    Het adviseren van de ontwerpers bij de keuze van constructies over veiligheid- en gezondheidsaspecten ten aanzien van uitvoerbaarheid.
-                    Het maken van een V en G- plan met inventarisatie en evaluatie van veiligheids- en gezondheidsaspecten van het ontwerp.
-                    Het maken van een dossier voor de eigenaar of de beheerder van het gebouw. Hierin worden de voor het gebouw belangrijke kenmerken voor veiligheid en gezondheid vastgelegd, ten behoeve van beheer en onderhoud van dit gebouw.

Inhoud V en G- plan ontwerpfase:

Het ontwerp V en G- plan bevat tenminste de volgende onderwerpen:

-                    Een beschrijving van het tot stand brengen van het bouwwerk.
-                    De naam van de V en G- coördinator.
-                    Inventarisatie veiligheid en gezondheidsrisico’s.
-                    Evaluatie veiligheid en gezondheidsrisico’s.


Veligheids en gezondheidsplan tijdens de uitvoeringsfase van het bouwwerk:

De volgende drie partijen hebben verplichtingen ten aanzien van veiligheid en gezondheid van werknemers tijdens de uitvoering van het bouwwerk.

-                    De opdrachtgever
-                    De hoofdaannemer
-                    V en G- coördinator uitvoering



De opdrachtgever:

Opdrachtgever en hoofdaannemer komen schriftelijk overeen wie aangesteld wordt als V en G- coördinator uitvoering, en beschrijven zijn taken. Indien tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden gebruik wordt gemaakt van nevenaannemers, dan wordt schriftelijk vastgelegd dat de hoofdaannemer voor wat betreft het V en G- plan ook verantwoordelijk is voor deze aannemers. 

De Hoofdaannemer:

De hoofdaannemer is er verantwoordelijk voor dat de coördinator uitvoering de tijd en bevoegdheden krijgt om zijn taak naar behoren te kunnen uitvoeren. In een overeenkomst moet de verhouding met nevenaannemers worden geregeld (figuur 1 en 2).





figuur 1

V en G- coördinator is ook via nevenaannemers verantwoordelijk voor onderaannemers





figuur 2

V en G- coördinator is via hoofdaannemers verantwoordelijk voor onderaannemers
Als werkgever heeft de hoofdaannemer de verplichting maatregelen ten aanzien van zijn werknemers te treffen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid. Deze maatregelen hebben betrekking op:

-                    instandhouding van de bouwplaats
-                    werkplekken op de bouwplaats
-                    intern transport materialen
-                    onderhoud en controle machines
-                    afbakening en inrichting zones voor opslag materialen
-                    opslag, verwijdering en afvoer afval en puin


V en G- coördinator uitvoering:


De belangrijkste taak van de V en G- coördinator is het maken van het V en G-plan voor de uitvoeringsfase met de te nemen maatregelen.

Andere taken van de V en G- coördinator uitvoering zijn:

-                    Het coördineren van de door werkgevers te nemen arbomaatregelen.
-                    Samenwerking tussen werkgevers op de bouwplaats organiseren.
-                    Voorlichting werknemers op de bouwplaats coördineren.
-                    Maatregelen nemen zodat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden.
-                    Gegevens over de uitvoering in het V en G-plan opnemen.
-                    Aanpassing V en G-plan aan uitvoering
-                    Aanwijzingen geven aan werknemers t.a.v. de te nemen veiligheidsmaatregelen.
-                    V en G- dossier bijhouden.


Inhoud V en G-plan uitvoeringsfase:

Het uitvoerings V en G- plan bevat tenminste de volgende onderwerpen:

-                    Beschrijving van het bouwwerk
-                    Beschrijving projectorganisatie
-                    Bedrijfshulpverlening
-                    Calamiteitenplan
-                    Bouwplaatslocatietekening
-                    Organisatie overlegstructuur


Beschrijving van het bouwwerk:


De volgende onderwerpen moeten worden opgenomen in de beschrijving van het bouwwerk:

-                    locatie en afmetingen terrein
-                    plaats en adres locatie
-                    beschrijving van de functie van het te realiseren gebouw
-                    vorm en grootte van het te realiseren gebouw
-                    constructieprincipe (onder-, bovenbouw, gevels en daken)
-                    omschrijving technische installaties
-                    niveau afbouw en afwerking
-                    grootte in m2 BVO of in aantal woningen
-                    startdatum uitvoering
-                    bouwtijd in kalendermaanden


Beschrijving projectorganisatie:

Hierin worden de bedrijfsnamen inclusief adres, en naam van de voor het project verantwoordelijke persoon weergegeven van:

-                    opdrachtgever
-                    architectenbureau
-                    constructiebureau
-                    V en G- coördinator ontwerp
-                    bouwdirectie
-                    hoofdaannemer
-                    V en G- coördinator uitvoering
-                    Arbodienst


Bedrijfshulpverlening:


Het arbobesluit geeft de verplichting dat er tenminste één bedrijfshulpverlener met een EHBO-diploma aanwezig moet zijn. Bij grote bouwwerken is dit één per vijftig werknemers.



Calamiteitenplan:

Er dient een calamiteitenplan aanwezig te zijn waarvan de te volgen procedure bij iedereen bekend moet zijn.


Bouwplaatslocatietekening:

Op deze tekening staat tenminste aangegeven:
-                    EHBO- post
-                    brandblussers
-                    telefoon
-                    vluchtwegen vanuit bouwwerk
-                    toegang bouwlift
-                    eventuele personenlift
-                    verzamelplaatsen
-                    opslagplaats gevaarlijke/chemische stoffen
-                    opslagplaats afvalcontainers
-                    opslagplaats absorptiemiddelen
-                    ondergrondse leidingen
-                    situering bouwkraan, incl. vluchtbereik


Organisatie overlegstructuur:

Hierin wordt vastgelegd hoe het overleg over arbo gerelateerde zaken moet gebeuren tussen verschillende werkgevers op de bouwplaats, en tussen elke werkgever met zijn werknemers.





Arbomaatregelen:

In V en G-plan moeten de maatregelen worden beschreven die nodig zijn om de beschreven risico’s zoveel mogelijk te beperken. Nadat er een risicoanalyse per productiefase is gemaakt (zie tabel 3.3 risicoanalyse gevel / dakfase), kan men de arbomaatregelen in beeld brengen. De te nemen maatregelen zijn onder te verdelen in verschillende niveaus. Om het verschil in niveau van maatregel te kunnen onderscheiden, zijn de vier niveaus met sterren aangegeven. Het laagste niveau (persoonlijke bescherming, PBM) krijgt één ster en de bronoplossing krijgt vier sterren, zie tabel 1.










Niveau

Effect arbomaatregel
tijdsduur

werkingssfeer









****

wegnemen van het risico
permanent
collectief

***

isoleren van het risico
permanent
collectief

**

afschermen van de persoon
tijdelijk

collectief

*

persoonlijke bescherming
tijdelijk

individueel



Tabel 1













Bij de keuze voor het niveau dient de volgende afweging te worden gemaakt:

-                    Komt de beschreven risico vaak voor
-                    Betreft het risico meerdere werknemers
-                    Zijn de gevolgen van het risico groot
-                    Is de maatregel technisch uitvoerbaar
-                    Is de maatregel economisch uitvoerbaar

Nadat de maatregelen onderverdeelt zijn in niveaus, kan men de te nemen maatregelen beschrijven (zie figuur 3).

            
figuur 3
In figuur 3 is de risicogroep valgevaar afgebeeld. Het arborisico betreft het diepvallen vanaf een dakrand cq. gevelkolom. De te nemen arbomaatregelen zijn aangeduid in niveaus door middel van sterren. De te nemen arbomaatregelen zijn:

*                            vanglijn met gordel werknemer
**                            vangnet onder de werkplek / tijdelijke leuning
***              tijdelijke ondersteuning langs de vloer / hoge borstwering
****              permanente leuning vooraf


Wanneer het V en G-plan uitvoering gereed is met een beschrijving van de maatregelen, dient er een evaluatie plaats te vinden. Door middel van het optellen van de sterren arbomaatregelen, ontstaat er een duidelijk beeld van het niveau waarop de arbomaatregelen zijn genomen.


Uitvoeren arbomaatregelen:

Het aanbrengen van beschermende voorzieningen, inclusief de instandhouding hiervan moet door werknemers uitgevoerd worden. De werkgever heeft de verplichting de weknemers te informeren en instrueren over de risico’s en de te nemen maatregelen. Bij elke geplande arbomaatregel moet het bouwmanagement zich afvragen welke ploeg de bescherming moet aanbrengen, welke ploeg moet weten dat er voor hen een bescherming is aangebracht en welke ploegen voor de aanvang van hun werkzaamheden moeten controleren of de bescherming nog intact is.

Voorbeeld:
Bij woonblok 14 bestaat de dakconstructie uit een breedplaatvloer. Na het leggen van de vloeren moet de bekistingsploeg een randbeveiliging aanbrengen. Deze randbeveiliging is aangebracht voor de vlechtploeg en zij mogen geen enkel onderdeel van deze beveiliging zonder toestemming verwijderen. De stortploeg moet voor de aanvang van het storten controleren of de beveiliging nog intact is. De ontkistingsploeg krijgt instructie over de manier van afvoeren van de bekisting zonder de beveiliging van de vloerranden aan te tasten. De dakdekkerploeg die na het ontkisten de dakbedekking aanbrengt, moet voor aanvang eerst de beveiliging van de vloerranden controleren. Wanneer de beveiliging niet correct is dient de bouwplaatsmanager gewaarschuwd te worden.

De V en G- coördinator moet een kopie van elke ploegsamenstelling ontvangen. Hij controleert of de gegeven instructies alle risico’s afdekken die in het V en G-plan zijn benoemd. Ten minste één maal per week controleert de coördinator de werkplekken op de bouwplaats en of alle gegeven instructie juist zijn uitgevoerd. Dit kan gebeuren a.d.h.v  checklisten.

Bij ongevallen dient het bouwplaatsmanagement aan te tonen aan de Arbeidsinspectie dat zij de juiste instructies hebben verstrekt aan de medewerkers. Dit moet schriftelijk aantoonbaar zijn omdat het management anders aansprakelijk kan worden gesteld bij ongevallen.
Informatieoverdracht is dus zeer belangrijk en dient van goede kwaliteit te zijn.  


Bijlage 1

 

 

Arbobesluit ,-regeling en Arbobeleidsregels:


Het Arbobesluit is in werking getreden op 1 juli 1997. In afdeling 2.5, wordt het organisatorische kader aangegeven op welke manier op de bouwplaats de veiligheid en gezondheid van werknemers moet worden beschermd.

De Arboregeling heeft dezelfde indeling als het Arbobesluit, maar geeft een meer gedetailleerde uitwerking.

De Arbobeleidsregels vertalen de wetgeving voor specifieke werksituaties en geven gedetailleerde, praktische beleidsaanwijzingen zoals de Arbeidsinspectie hanteert.



Indeling Arbobesluit:

Het Arbobesluit is onderverdeeld in negen hoofdstukken.
De voor de bouwplaats belangrijkste hoofdstukken worden toegelicht.

Hoofdstuk1, Definities en toepassingen:
Hier worden de partijen genoemd die van belang zijn voor de arbeidsomstandigheden op de bouwplaats.

-                    Opdrachtgevers: natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening het bouwwerk tot stand wordt gebracht.
-                    Opdrachtgever-consument: natuurlijke of rechtspersoon die niet handelt in uitvoering van beroep of bedrijf, voor wiens rekening het bouwwerk tot stand wordt gebracht.
-                    Ontwerpende partij: natuurlijke of rechtspersoon die zich jegens de opdrachtgever of opdrachtgever-consument verbonden heeft in het bouwproces een ontwerpende functie te vervullen.
-                    Uitvoerende partij: natuurlijke of rechtspersoon die zich jegens de opdrachtgever of opdrachtgever-consument verbonden heeft in het bouwproces een uitvoerende functie te vervullen.

Hoofdstuk 2, Arbozorg en organisatie arbeid:
In dit hoofdstuk worden het jaarplan, het jaarverslag de arboveiligheidsrapportage en de arbodiensten geregeld. Met name hoofdstuk 2.5 tijdelijke en mobiele kranen is voor de bouw belangrijk. De verantwoordelijkheden op de bouwplaats voor veiligheid en gezondheid van de werknemers worden aan twee verschillende partijen toegekend: de opdrachtgever en de uitvoerende partij.

Hoofdstuk 3, Inrichting arbeidsplaatsen:
Dit hoofdstuk behandelt de voorschriften over de inrichting van alle arbeidsplaatsen voor alle sectoren. Verder staan in afdeling 3.2 aanvullende voorschriften voor bouwplaatsen:

-                    Bouwplaats is gemarkeerd en afgebakend
-                    Er is voldoende drinkwater beschikbaar
-                    Er zijn faciliteiten voor het bereiden van maaltijden beschikbaar
-                    Werkplaatsen die niet op de begane grond zijn gesitueerd, zijn stabiel en stevig

Hoofdstuk 4, Gevaarlijke stoffen en biologische agentia:
Dit hoofdstuk behandelt voorschriften omtrent gevaarlijke stoffen en biologische agentia.
Voor de bouwplaats zijn belangrijk:

-                    Gevaarlijke stoffen: ontplofbare, ontvlambare en giftige stoffen
-                    Kankerverwekkende stoffen: vinylcloride-monomeer, benzeen, crocidoliet.
-                    Specifieke gezondheidsschadelijke stoffen: lood, loodwit en witte fosfor

Hoofdstuk 5, Fysieke belasting:
In dit hoofdstuk staat welke maatregelen de werknemer moet nemen op het gebied van fysieke belasting, zoals productie- en werkmethode alsmede hulp- en beschermingsmiddelen.


Hoofdstuk 6, Fysieke factoren:
In dit hoofdstuk staan de fysieke factoren zoals klimaat, verlichting, geluid, en overdruk.
Met name voor de bouwplaats is belangrijk dat machines het geluidsniveau van 85 dB(A) niet overschreiden. Boven dit niveau is werkgever verplicht gehoorbeschermers te verstrekken.

Hoofdstuk 7, Arbeidsmiddelen en specifiek werkzaamheden:
In dit hoofdstuk wordt geregeld aan welke voorschriften moet worden voldaan bij het gebruik en onderhoud van machines. Sommige bouwkranen mogen bijvoorbeeld alleen worden bediend door iemand met een erkend diploma.

Hoofdstuk 8, Persoonlijke beschermingsmiddelen:
Dit hoofdstuk behandeld persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), veiligheids – en gezondheidssignalering en herkeuring. Het is belangrijk dat er bij gevaar voor de veiligheid en gezondheid van werknemers op de bouwplaats,voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en dat het gebruik verplicht wordt gesteld.

Hoofdstuk 9, Slot- en overgangsbepalingen:
In dit hoofdstuk worden vrijstellingen en ontheffingen geregeld.
Vrijstelling is niet mogelijk voor:

-                    Veiligheids- en gezondheidsplan voor bouwplaatsen
-                    Inrichting van de werkplek, er mag geen gevaar ontstaan voor fysieke belasting
-                    Voorschriften voor arbeidsmiddelen op de bouwplaats (kranen en heiinstallaties uitgezonderd)
-                    Toepassing persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering.